Flora Canarische Eilanden

De Canarische Eilanden hebben een bijzondere flora met circa 1700 planten- en bomensoorten, hiervan zijn er zo’n 470 soorten endemisch, planten en bomen die alleen op deze Spaanse eilanden voorkomen. Zoals de Aeonium canariense, een endemische vetplant met lichtgele of lichtroze bloemen.

Planten Canarische Eilanden

De Euphorbia atropurpurea is een wolfsmelk en kan tot twee meter hoog worden. Vanwege de paars-rode kleur van de bloem wordt de plant ook wel tabaiba roja genoemd. De Euphorbia atropurpurea bloeit vanaf december tot en met mei.

De Tecoma capensis, ook wel de Cape kamperfoelie of de Kaap kamperfoelie genoemd is een groenblijvende struik van twee tot drie meter hoog. De buisvormige oranje bloem heeft meerdere bloeiperiodes per jaar.

Bauhinia variegata of Paarse orchideeënboom.

• Podranea ricasoliana of Roze trompetwinde (foto 1).
• De Acalypha wilkesiana, vooral mooi vanwege het roodomrande blad (foto 2).
• Limonium sinuatum ook bekend als Lamsoor of Zeelavendel (foto 3).

Dracaena draco of de Drakenbloedboom kan tot twaalf meter hoog worden en heeft een kenmerkende kroon in parapluvorm. De planten kunnen ruim 300 jaar oud worden, het rode hars uit de bast wordt drakenbloed genoemd. Dit drakenbloed wordt wel gebruikt om hout te kleuren zoals bv van de Stradivarius violen.

De Echium wildpretii of de Tajinaste rojo met de bijnaam “toren van juwelen”. De plant kan tot drie meter hoog worden en bloeit vanaf de lente tot aan de zomer op de eilanden La Palma en Tenerife.

Retama raetam, een witte brem.

Steenraket Teide, Erysimum scoparium, endemische plant op de vulkaan Teide, Tenerife.

De Asteriscus intermedius is endemisch op het eiland Lanzarote.

De Asteriscus sericeus wordt ook wel Jorao of Jorjao genoemd, de soort is endemisch op het eiland Fuerteventura. De plant groeit in een struikvorm met meestal gele bloemen, soms witachtig van kleur.

Er zijn twee soorten schijfcactussen die veel op de Canarische Eilanden groeien, dit zijn de Opuntia ficus-barbarica en de Opuntia dillenii. De dillenii heeft gele bloemen, de ficus-barbarica heeft oranje tot rode bloemen en groeit in de meer bergachtige gebieden. Van beide cactussen worden de zoete eetbare vruchten veel verkocht op lokale markten.

Laurisilva

Op de Canarische Eilanden La Palma, Tenerife, El Hierro, La Gomera en in het noorden van Gran Canaria zijn Laurierbossen, de Laurisilva. De Laurisilva zijn oude subtropische bossen uit het Tertiair tijdperk met groenblijvende en hardhouten bomen uit de Laurierfamilie. De Laurierbossen groeien op de berghellingen op een hoogte van 400 tot 1200 meter op plaatsen waar het vocht uit de oceaan condenseert waarna het als mist of nevel neerdaalt op de grond. Sommige laurierbossen zijn hierdoor een nevelwoud. Op de eilanden is regelmatig een indrukwekkende “muur” van nevel te zien terwijl de zon gewoon schijnt.

Door die nevel groeit op de eilanden ook de Pinus canariensis of de Canarische den.

Laurus novocanariensis, de Canarische laurier, is een groenblijvende boom tot maximaal 20 meter hoog. De boom heeft geurige witte bloemen en bloeit vanaf november tot begin april.

Een eveneens groenblijvende boom in de Laurisilva is de Apollonias barbujana. De boom kan tot 25 meter hoog worden en het hout van de boom wordt Canarisch ebbenhout genoemd, hier worden wel meubels van gemaakt.