Nationaal park Pollino

 

Nationaal park Pollino in Italië ligt in de regio’s Basilicata en Calabrië in de drie provincies Cosenza, Potenza en Matera. Met een oppervlakte van 1925 vierkante kilometer is Pollino het grootste nationale park van Italië.

 

Het natuurgebied is sinds 2015 ook een Unesco geopark, het Pollino geopark heeft 69 geologische landschapsvormen benoemd die van geologisch belang zijn en interessant voor geotoerisme.

 

In het natuurgebied ligt het Pollino-massief en het Orsomarso-massief die een deel zijn van de zuidelijke Apenijnnen, het hoogste punt is de Serra Dolcedorme met een hoogte van 2267 meter. De Serra Dolcedorme vormt de natuurlijke grens tussen de regio’s Basilicata en Calabrië.

In het nationale park liggen veel dorpen, archeologische bezienswaardigheden en opmerkelijke religieuze gebouwen. Het hoogst gelegen dorp is Alessandria del Carretto op een gemiddelde hoogte van 1000 meter in de provincie Cosenza. De belangrijkste rivieren in het natuurgebied zijn de Sinni rivier met een lengte van 94 kilometer, de Lao en de Coscile rivier met een lengte van 50 kilometer. De Lao rivier met een lengte van 51 kilometer is de voortzetting van de Mercure rivier in de gelijknamige vallei en ligt in het natuurreservaat Vallei van de Lao rivier. De Lao rivier mondt uit in de Tyrreense Zee en is een populaire rivier voor raften en kanoën.

 

De Romito grot ligt bij het plaatsje Papasidero, hier zijn rotstekeningen gevonden van een oeros, het is een van de oudste bewijzen van prehistorische kunst in Italië.

 

Flora en fauna

 

In het nationale park Pollino zijn veel bossen, het logo van het park is de Bosnische den. De Bosnische den (Pinus heldreichii) is zeldzaam in Italië en groeit alleen op de hellingen van de zuidelijke Apenijnnen vooral in het Pollino-massief met enkele duizenden bomen. De groenblijvende boom groeit op een hoogte van 900 tot 2500 meter en is bestand tegen extreme weersomstandigheden zoals, sneeuw, vorst en harde wind.

 

De oudste den is 1230 jaar oud en heeft de naam Italus gekregen. In 2018 is officieel vastgesteld dat dit de

oudste boom van Europa is, daarvoor was de Adonis, ook een Bosnische den, in Noord-Griekenland de oudste.

 

De belangrijkste boomsoorten in het gebied zijn de Bosnische den, de gewone  zilverspar, de zwarte den, de venijnboom, beuk, esdoorn, kastanje en verschillende soorten eik. Het beukenbos Cozzo Ferriero is het oudste zuidelijke beukenbos van Europa en  maakt deel uit van het werelderfgoed “Voorhistorische beukenbossen van de Karpaten en de oude beukenbossen van andere Europese regio’s.” In het voorjaar bloeien er verschillende soorten orchideeën, viooltjes en gentianen, een bijzonder soort in het nationale park Pollino is de roggelelie. In de zomer bloeien er veel kruidachtige planten en aan het einde van de zomer en in het najaar zijn er verschillende soorten bessen en fruit van de wilde struiken en bomen.

Zoogdieren in het natuurgebied zijn onder andere de Italiaanse wolf, wilde kat, vos, everzwijn, ree, otter, das, bosslaapmuis en de Calabrische zwarte eekhoorn. Vogelsoorten in het gebied zijn onder andere de steenarend, aasgier, slechtvalk, lannervalk, slangenarend, rode wouw, oehoe, zwarte specht en de steenpatrijs.

 

In het nationale park Pollino zijn veel wandelpaden zowel in de regio Basilicata als in de regio Calabrië. Sommige van de wandelroutes hebben een thema zoals een route langs religieuze gebouwen of archeologische opgravingen. Wandelroutes naar de hoogste top Serra Dolcedorme en langs de hogere toppen van het gebergte worden meestal met een lokale gids gedaan.

 

Er is ook een wandelroute via het werelderfgoed Matera naar de Ionische Zee in Basilicata. Andere activiteiten in het gebied zijn onder andere paardrijden, raften, kanoën, bergbeklimmen en grotonderzoek. Er is een informatie centrum voor bezoekers in onder andere Morano Calabro, in Mormanno en in het stadje Orsomarso. Informatie over activiteiten en excursies in de omgeving ligt ook bij de meeste hotels en B&B’s in de regio.