Het Nationaal Park Majella in Italië ligt in de regio Abruzzen, 82 kilometer ten zuiden van de stad L’Aquila en 70 kilometer ten zuidwesten van de kustplaats Pescara.

Het nationale park Majella ligt in de Apennijnen en heeft een oppervlakte van 740 vierkante kilometer en is genoemd naar het gebergte Majella. De hoogste top in het Majella gebergte is de Monte Amaro met een hoogte van 2793 meter, het is de op een na hoogste berg van de hele Apennijnen. Het bergmassief Majella ligt centraal in het nationale park en naast de top Monte Amoro liggen nog een aantal pieken, de bekendste hiervan is de Blockhaus piek met een hoogte van 2145 meter.

Het is een populaire fietsroute naar Blockhaus en soms is de piek een onderdeel van een etappe in de Giro d’Italia.

In 1967 won Eddy Merckx deze etappe en de Merckx Blockhaus 67 is nu een bekend merk voor racefietsen, het bedrijf voor de productie van de geavanceerde racefietsen is opgericht door de wielrenner.

Het nationale park Majella heeft een rijke flora en fauna en is een van de best bewaarde ongerepte natuurgebieden in de Apennijnen door de hoge ligging, het nagenoeg onbewoonde gebied en de afwezigheid van veel bebouwing. Het belangrijkste dier in het natuurgebied is de Italiaanse wolf of ook wel de Apennijnen wolf genoemd. De Italiaanse wolf staat in het logo van het nationale park Majella en er is populatie van naar schatting 100 wolven.

Andere opmerkelijke soorten zijn onder andere de Abruzzengems (Rupicapra pyrenaica ornata) de Marsicaanse bruine beer (Ursus arctos marsicanus), het edelhert, de Europese ree, de vos, de boommarter, de das en de otter. Vogelsoorten in deze streek zijn onder andere de steenarend, havik, buizerd, slechtvalk, sperwer, rotspatrijs, Alpenkauw en de Alpenkraai.

In het natuurgebied zijn ruim 2000 soorten planten en er zijn twee botanische tuinen met een grote collectie van de flora in het park. In de maanden mei en juni bloeien er veel soorten planten in de bergen maar ook in de zomer en het najaar zijn er veel bloeiende struiken en geurige kruiden.

De Cavallone grotten liggen bij Lama dei Peligni in het centrum van het nationale park, de grotten zijn bereikbaar met een kabelbaan, deze kabelbaan bereikt een hoogte van zo’n 1300 meter en ligt boven de Taranta vallei.

Er zijn een aantal grotkamers in de Grotta del Cavallone met verschillende namen en er zijn veel stalactieten en stalagmieten. De grot is alleen geopend voor bezoekers in de warmere maanden van het jaar.

Er is een informatiecentrum voor bezoekers bij de Colle Madonna in Lama dei Peligni, hier is ook een botanische tuin en een natuurhistorisch museum en een archeologisch museum. Het tweede informatiecentrum ligt in Caramanico Terme en hier is ook een geologisch museum met fossielen die gevonden zijn in het Majella gebergte. In Palena is het Marsicano berenmuseum.

Er liggen een paar skicentra in het gebied en er zijn een aantal cultureel bezienswaardige dorpen of stadjes. Het nationale park is gratis toegankelijk vanaf de omliggende plaatsen Sulmona, Pescocostanzo, Guardiagrele en Lettomanoppello en er zijn wandelpaden in het park met een totale lengte van circa 350 kilometer.