Wit-Rusland wordt vaak Belarus genoemd en soms Wit-Roethenië. Het land grenst aan Rusland, Letland, Litouwen, Oekraine en Polen. Het landschap van Wit-Rusland is vrij vlak, er zijn veel bossen, oerbossen, moerassen, velden en meren. 40% van het land bestaat uit bos en er zijn circa 11.000 meren. Het hoogstgelegen deel van het land is de Dzyarzhynskaya Hara, een heuvel ten westen van Minsk met een hoogte van 345 meter. De grootse meren in het land zijn de Naroch en de Osveya of Osveyskoye-meer, de langste rivieren zijn de Memel (Neman), de Dnjepr en de Pripjat. 

Natuurgebieden Wit-Rusland

De natuurgebieden in Wit-Rusland hebben over het algemeen een grote oppervlakte. Er zijn vier Nationale Parken en een aantal natuurreservaten. Het Nationale Park Belovezhskaya Pushcha maakt deel uit van het Bialowieza Woud, een grensoverschrijdend oerbos met Polen. In het bos ligt een grensovergang voor fietsers en wandelaars. Het oerbos van Belovezhskaya Pushcha / Bialowieza is een Unesco natuurlijk werelderfgoed en een wildernisgebied. In het natuurgebied leven onder andere de Europese bizon of Wisent, de wolf en de lynx en er groeien verschillende zeldzame planten.

Ten noordoosten van Minsk ligt het wildernisgebied en biosfeerreservaat Berezinsky. De Pripjatmoerassen, ook wel Rokitno moerassen of Pinskmoerassen genoemd, liggen in het zuiden van Wit-Rusland en het noordwesten van Oekraïne. Het gebied maakt deel uit van het Nationale Park Pripyatski en het is een van de grootste moerasgebieden van Europa en een belangrijk vogelgebied. Het enorme gebied van wetlands, waarbij dichte bossen worden afgewisseld met moerassen en heide heeft een oppervlakte van 98.400 vierkante kilometer en ligt aan beide zijden van de Pripjat rivier. De andere twee nationale parken van Wit-Rusland zijn Narochansky en het hieraan grenzende Nationaal Park Braslav Lakes. De Braslav-meren of de Braslavsky meren liggen in het noordwesten van het land. Het is een uniek ecosysteem met dennenbossen, 30 aaneengesloten meren en een rijke flora en fauna.