IJsland is een van de veiligste landen van Europa volgens het World Economic Forum en er wordt veel geïnvesteerd in het toerisme. IJsland heeft een bergachtig landschap met  veel natuurlijke warmwaterbronnen. Vulkanen, fjorden en gletsjers vormen indrukwekkende en unieke landschappen. IJsland is ook een belangrijk land voor vogels, zeevogels, waadvogels en zeldzame roofvogels zoals de sneeuwuil.

Natuurgebieden IJsland

Er zijn in IJsland circa 70 natuurgebieden waarvan drie een Nationaal Park en drie Ramsar wetlands. Hiernaast zijn er nog talloze natuurmonumenten zoals watervallen, vulkanen en heetwaterbronnen. De drie Nationale Parken van IJsland zijn: Snæfellsjökull, Þingvellir en Vatnajökull. Het Nationaal Park Snæfellsjökull ligt op de berg en het schiereiland Snæfell in West-IJsland. Het gebied bestaat uit een stratovulkaan (een kegelvormige vulkaan), een gletsjer, kraters en lava bedekt met IJslands mos. Het natuurgebied loopt door tot aan de kust waar vooral in het broedseizoen veel vogels zijn. Snæfellsjökull is bekend geworden door het boek van Jules Verne: “Naar het middelpunt der aarde”, in dit boek dalen de professor en Axel af in de vulkaan. Nationaal Park Þingvellir ligt in Zuid-IJsland en is een cultureel werelderfgoed. Het Alþing, een verbond van vrije mannen en wetshandhavers, werd hier in het jaar 930 opgericht en bleef in functie tot het jaar 1798. In het park zijn restanten van nederzettingen en de kerk Þingvellir. In het park ligt het meer Þingvallavatn, water van onder het lava stroomt in het meer en vormt een vruchtbare voedingsbodem voor veel planten.

Het Nationaal Park Vatnajökull is het op één na grootste nationale park van Europa met een oppervlakte van 13.600 vierkante kilometer, dit is 13% van heel IJsland. Het park omvat o.m. de Vatnajökull gletsjer en de Jökulsargljufur canyon. Er zijn drie bezoekerscentra, wandelroutes, natuurtochten met informatie over de flora en fauna en activiteiten voor kinderen.