Estland is de noordelijkste staat van de drie Baltische staten Estland, Letland en Litouwen. Het land heeft weinig reliëf en ligt aan de Oostzee en de Finse golf. Estland heeft veel meren, moerassen, venen, bossen en eilanden.  

Natuurgebieden

In Estland zijn circa 27 beschermde natuurgebieden, vijf hiervan zijn een Nationaal Park.  Lahemaa ligt 50 kilometer ten oosten van Tallinn en wordt ook wel “Land van Baaien” genoemd vanwege de vele baaien en eilandjes in het gebied. Soomaa in Centraal-Estland is een moeras en veengebied en staat bekend om de overstromingen na zware regenval of het ontdooien van de sneeuw. Deze overstromingen worden het “vijfde seizoen” genoemd en Soomaa is een wildernispark. 

Matsalu ligt ten zuiden van Tallinn en is een Ramsar wetland en een waar vogelparadijs, broedende vogels in het gebied zijn onder andere: de Kwartelkoning, de Poelsnip en de Porseleinhoen. Nationaal Park Vilsandi  bestaat uit ruim 150 eilanden en de Oostzee rondom die eilanden. Er leven Grijze zeehonden en duizenden watervogels en er zijn ruim 30 soorten orchideeën. Het park Karula ligt in het zuiden van Estland en is vooral een uitgestrekt bosgebied met 38 meren en een rijke fauna. Het Natuurpark Korvemaa is een karstgebied met grotten, rivieren, ruim 100 meren en moerassen. De twee waterbekkens Soodla en Paunküla, staan bekend om hun prachtige schilderachtige sfeer en worden regelmatig genoemd in de Estse literatuur.