Nationaal Park Sila
Het Nationale Park Sila ligt in het Sila gebergte in de regio Calabrië in het zuiden van Italië. Het natuurgebied heeft een oppervlakte van 737 vierkante kilometer. De hoogste bergen zijn de Monte Botte Donato met een hoogte van 1928 meter, de Sila Grande en de Monte Gariglione in Sila Piccola. In 2014 is het nationale park toegevoegd aan de biosfeereservaten van Unesco.
Het symbool van het Nationaal Park Sila is de wolf. Het park is mede opgericht ter bescherming van de Apennijnen wolf (Canis lupus italicus). De Apennijnen wolf is kleiner dan de gewone wolf en was in 1970 bijna uitgeroeid in Italië, de populatie bestond nog maar uit circa 100 stuks. De bescherming van de Italiaanse wolf kwam bijna te laat omdat vooral boeren en herders het dier liever kwijt dan rijk waren. Nu is er naar schatting weer een populatie van 1.000 stuks.
Het Nationaal Park is gelegen in het uitgestrekte plateau Sila, het natuurlijke landschap is bergachtig en bosrijk met als hoogste top de berg Botte Donato. De omtrek van het park omvat de drie regio’s van Sila: Sila Greca, Sila Grande en Sila Piccola. Het plateau is zo’n zeven miljoen jaar geleden gevormd door metamorf en stollingsgesteente en de rotsen laten het gevolg zien van erosie. Sila wordt om deze reden wel gezien als geologisch uniek in de wereld. Er zijn drie belangrijke meren in het gebied: het Ampollino Meer, het Arvo Meer en het Ariamacina Meer. Door het gebied lopen de twee belangrijke rivieren de Crati en de Neto en een aantal zijrivieren.
Flora en fauna
Het nationale park Sila heeft een belangrijke biodiversiteit, er is circa 80% bebost en er is een opmerkelijk soortenrijke flora en fauna. Het gemengde bergbos in de Zuid-Apenijnen bestaat voor een groot deel uit de Pinus laricio subsp. Calabrica, een endemische zwarte den.
Dieren die in het gebied leven zijn onder andere: de Apennijnen wolf, steenbok, reeën, damhert, wilde zwijnen, wezel, otter, steenmarter, vos, egel en ruim 110 vogelsoorten. Verschillende planten en dieren komen alleen voor in Sila of in de Calabrische bergen.
In het nationale park liggen nog een groot aantal regionale natuurreservaten en er zijn vier bezoekerscentra, vijf musea en twee botanische tuinen. Er zijn veel ecotoerisme activiteiten mogelijk met fietsroutes voor de mountainbike en wandelroutes van de Club Alpino Italiano. Er zijn maneges en excursies te paard en verder is het mogelijk om in de winter te langlaufen of te alpineskiën en in het voorjaar of de zomer te zeilen of te kanoën op de meren, boogschieten, oriëntatielopen, canyoning en vogelen. Het natuurgebied is goed bereikbaar vanuit onder andere de kustplaatsen Tropea of Diamante.